Je kan het leuk vinden of je kan het niet leuk vinden, maar ieder jaar schiet de teller van je leeftijd met een jaartje omhoog. Die leeftijd zelf is slechts een getal, maar je uiterlijk verandert ook mee. Gevolg: steeds minder haren op je hoofd, de haren die over blijven worden grijs of zitten op plekken waar je ze niet hoeft en overal verschijnen rimpels. De één kan zich er totaal niet druk om maken, terwijl een ander maar weer eens een fitness abonnement afsluit. Met bloed, zweet en tranen probeer je er wat jonger uit te zien. Goed nieuws voor jou, want binnenkort is er waarschijnlijk een veel makkelijkere methode. Wetenschappers van de Tokyo Medical and Dental University hebben namelijk hét middel ontdekt om er jonger uit te blijven zien: eiwitten.
Met deze eiwitten zal jij er jonger uit blijven zien
Het nieuw ontdekte eiwit ‘COL17A1’ is misschien wel de oplossing om er jonger uit te blijven zien. Met behulp van die eiwitten wordt de huid gestimuleerd om er gezond uit te blijven zien. Naarmate we ouder worden, raken onze cellen namelijk beschadigd door zaken als omgevingsfactoren, slechte voeding en alcohol. Ook psychologische factoren zoals stress versterken dit effect. De beschadigde cellen zorgen voor veroudering. Je zal een dunnere huid krijgen die ook nog eens langzamer geneest. Niet een fenomeen waar de meeste mannen op proosten.
Het eiwit ‘COL17A1’ zou de zwakkere cellen verdrijven en de productie van sterkere cellen stimuleren. Kleine kanttekening: het experiment is tot nu toe alleen uitgevoerd op muizenstaarten die vergelijkbare eigenschappen hebben met de menselijke huid. Desondanks zijn de onderzoekers erg positief. Toepassing van het eiwit zou namelijk naast ouderdom bestrijding ook kunnen werken voor wondherstel. De wetenschappers zien veel mogelijkheid in het eiwit. Zo kan het verwerkt worden in crèmes of tabletten om zo beschadiging van de huid tegen te gaan of herstel te bevorderen. Het is dus nog even wachten voordat dit wondermiddel echt te koop is, maar je kan in ieder geval rustig ademhalen.
