Ooit tikten we al uit onze vingers: ‘Als je niet in Val Tho bent geweest, ben je dan wel op wintersport geweest?’
En die vlieger gaat eigenlijk nog steeds op. Val Thorens heeft álles wat wintersport mooi maakt – en dat voor een hele lange tijd. Zes maanden om precies te zijn.
Het witte dak van Europa blijft verbazen
Het is namelijk niet voor niets dat Val Tho al negen keer tot het beste skiresort ter wereld is verkozen. In het hoogst geleden resort van Europa (2300 m – 3200 m) kun je van november tot en met begin mei(!) van prachtige pistes glijden en het lekkerste wintersportsfeertje meepakken. Dat is goed nieuws voor de ‘mooiweerskiërs’ onder ons: de dagen worden steeds langer en de temperatuur wordt milder. Veel beter gaat het niet worden…
We nemen je daarom mee in de wereld van Val Tho, en vertellen je (berg)piekfijn waarom jij skilatten op Franse bodem wil zetten.
Foto’s: Damees L. Brochot voor Val Thorens
Kilometers maken, tot grote hoogtes stijgen
Voor veel wintersportliefhebbers draait het om ‘kilometers maken’. Logisch, want als eerste je handtekening in de sneeuw zetten en als laatste van de piste komen is het lekkerste wat er is.
En men, dat kan in Val Tho. Het is namelijk het hoogste punt van het grootste skigebied ter wereld: Les 3 Vallées. Met 600 kilometer aan pistes kan hier iedereen losgaan, van beginner tot wereldbekerniveau, en kun je tijdens een skitrip elke dag andere pistes ontdekken. Héérlijk. Het gebied ligt in een uitgestrekt dal tussen zes gletsjers, waardoor je lange routes kunt uitstippelen en de tocht van je leven kan maken.
Dat doe je door bijvoorbeeld door naar de mythische Péclet-gletsjer te skiën of naar “het mooiste zicht op de Alpen’ vanaf Cime Caron. Hier heb je een 360° uitzicht over meer dan 1000 bergtoppen van de Franse, Zwitserse en Italiaanse Alpen. Hier, op 3200 m hoogte, ligt een nieuw, prachtig gebouw: Caron 3.200. Via de Orelle/Caron-gondel kom je bij dit nieuwe walhalla uit met in de gelederen: een wijnbar, rooftopbar, terras met panoramisch uitzicht én 80m2 grote ruimte voor events. Dat is nog eens op, uhm, niveau.
Het fijne aan Val Tho: ook al staat het al hoog aangeschreven, stilvallen doen ze niet. Zo is de 2 Lacs stoeltjeslift vervangen door een moderne 10-zits-gondel. De gondel reikt hoger en het gebied eromheen is aangepakt, zodat er beginners er meer skiplezier uit kunnen halen.
Daarnaast zijn er twee skitouringtrails ontwikkeld met Salomon. Ja, je leest het goed, het merk focust zich nog steeds op wintersport. Echt niet alleen op sneakers, hoor. Enfin, de trails zijn dit seizoen geopend en connecten de area’s Petite Sud en Grande Sud. Hiermee willen Val Thorens en Salomon skitouring meer bereikbaar maken voor iedereen.
Foto’s: T.Loubere en Damees L. Brochot voor Val Thorens
Sfeerbeheer
Dat je veel kilometers maakt op ‘het witte dak van Europa’ is één ding, maar Val Tho heeft nog iets dat ongekend is: de sfeer. Er heerst hier áltijd een sfeertje. Niet normaal. Er is altijd een chille vibe en de wintersportliefhebbers komen maar voor één ding: de tijd van hun leven.
Dat begint al bij de basis. De skiliften sluiten naadloos op elkaar aan en het verhuren van gear wordt door experts gedaan. Maar de ultieme Val Thorens-sfeer proef je gedurende de hele periode het best op verschillende events. Alleen dit jaar heeft Val Tho op de kalender staan: Ice Cross World Cup, Ski Cross World Cup en Freeride World Tour – die al acht jaar niet meer in Frankrijk is gehouden.
Après-skiën in optima forma
Maar goed het echte sfeer begint als je jouw ski’s of board losklikt. Après-skiën heeft van Val Thorens het dorp gemaakt dat nu kennen. En dat feesten begint al op de piste. Met aan de ene kant La Folie Douce en aan de andere kant de 360 Val Thorens. Bij deze jongens maakt de naam pisteparty plaats voor een festival op de berg (elke dag weer). Maar er is meer, hoor. Met meer dan 40 plekken waar je terechtkunt is het áltijd raak.
Eén van nieuwe highlights: het Cosmic Mountain Festival. Een driedaags elektronisch dancefestival – verspreid over vijf toplocaties: La Folie Douce, Le Malaysia, The Board, 360 Val Thorens en The Village. Een festival met verschillende area’s ín ’s werelds grootste skiresort. Dat is geniaal, toch?
Méér dan wintersport
Wintersport is niet alleen skiën en boarden. Het is véél, véél meer dan dat. Ja, het aprés-skiën is al in de mond gevallen, maar we hebben het over off-piste-actie. Een keer iets anders doen, van de gebaande af. Tuurlijk met je app tracken dat je vandaag weer de 92 km/h per uur hebt aangetikt is nice… Alleen soms wil je iets anders. En dan is het Franse dorp je beste maat. In het wintersportwalhalla kun je namelijk off piste volledig losgaan. Elektrisch fatbiken, ijsklimmen, donuts maken op een ijscircuit, wakduiken, paragliden, helikoptervliegen, ziplinen én ga zo maar door.
Daarnaast kun je ook in de avonduren nog van alles doen, mits je niet de après-ski hebt uitgespeeld. Je kunt de piste nogmaals soldaat maken met een snowtube, meerijden met een sneeuwruimer, een avondje in een yurt borrelen of helemaal tot rust komen in één van de wellnessresorts.
Gastronomie
Goed, het totale sfeertje wordt nog doorgetrokken naar de gastronomische hotspots en accomodaties die Val Thorens rijk is. Álle verblijven zijn ski-in, ski-out en dat is magisch gevoel. Relaxed opstaan, ontbijten als een prins, stijlvol pakkie aan, de latten op en glijden naar de eerste lift.
Wel nu, we hadden vorig jaar het privélege om het gebeid zelf te ontdekken – en nemen je daarom mee langs onze hotspots. Twee hotels en twee restaurants die je niet mag overslaan.
Place to stay I – Altapura
Een magistraal, duurzaam vijfsterren-designhotel: Altapura is er eentje uit het boekje. Helemaal omdat je vanuit het hotel zo de piste opstapt, met skikluisjes aan de piste, en je kunt zwemmen óp de piste. Het binnenzwembad van de spa loopt namelijk over in een heerlijk Instagram-waardig buitenbad.
De verschillende rooms en suites hebben allen grote ramen, waardoor het uitzicht op de Alpen te allen tijde top notch is. Het gaat in verschillende gradiaties: van een classic room, met alles wat je nodig hebt, tot een Duplex-room met verschillende levels en een losstaand bad. Alle kamers zijn modern, maar cosy ingericht. Daar zijn vooral de houten materialen en warme kleuren verantwoordelijk voor. Altapura blinkt ook uit qua gastronomie. Het is namelijk drie keer raak in de categorie restaurants. Hier vind je namelijk Altayaki, Italiaanse souplesse van Casa Alta en de kaasexpertise van La Laiterie.
Foto’s: Altapura
Place to stay II – Le Fitz Roy
Le Fitz Roy. Wie kent het niet? De moderne hotels kom je op veel plekken tegen, maar die in Val Tho tikt perfectie aan. Dat kan ook niet anders, want het hotel is zo’n beetje het hart van het ultieme wintersportgebied.
Elke kamer laat je thuiskomen na een dagje vertoeven. Fijne accenten als fluwelen gordijnen, met leer beklede stoelen, wollen tapijten en alpenmarmer zie je overal terug. Daarnaast staat het hotel bol van kunstwerken van tekenaar Pascal Navarro, de Alpenherbaria van Gwenaëlle Grandjean en de landschapsstudies van Elsa Noyons. Mocht je even behoefte hebben aan leesvoer, dan is er naast de lobby een soort mini-bibliotheek, Die ook nog eens super nice is ingericht. Verder heb je ook nog een spa met binnenzwembad, een sauna en een hammam. Plus: om echt tot rust te komen kun je ook massages boeken.
Foto’s: Le Fitz Roy Val Thorens
Place to Eat I – l’Arbé Chez Pépé Nicolas
De keuken van de Savoie (het departement waar Val Tho in ligt) beperkt zich niet tot raclette, fondue, croziflette en tartiflette. Nee, de variëteit van l’Arbé Chez Pépé Nicolas reikt mijlenver(der). Klassieke Savoie-gerechten vind je op de menukaart, maar allen op smaak gebracht met een ‘Pépé Nicolas-sausje’.
Dat weerspiegelt ook de locatie. Hier kom je niet zomaar. l’Arbé Chez Pépé Nicolas ligt zo’n zeven kilometer buiten het centrum van Val Tho en is een aaneenschakeling van oude gebouwtjes, met een centrale plek: het restaurant. De mini-chalets, dáár kom je voor. Ze zijn ingericht in jaren-20-stijl en de tijd lijkt (positief bedoeld) lijkt stil te staan. Een houtkachel staat in het midden als de Eiffeltoren in Parijs: het centrale punt. Hier kun je de kaasfondue zelf op bereiden, terwijl de inhoud van de flessen wijnen overvloeit in de glazen van jou en je mede-tafelgasten.
In één van die chalets rijpen de kazen, in een ander wordt de vis gevangen die even later klaargemaakt gaat worden. Het is bewonderenswaardig. Naast de kaas en de vis komen er veel producten op je bord die uit de eigen alpentuin komen, en dat proef je. In alle gerechten.
Foto’s: l’Arbé Chez Pépé Nicolas
Place to Eat II – La Cabane
La Cabane. Oftewel: de hut. De keuze voor deze naam is meer dan terecht. Alles om je heen is van hout, warme vachtjes hangen over de stoelen en aan tafel voel je de intimiteit gloeien. Het is een ware must-visit voor de (kaas)fijnproevers. Hier komt namelijk alleen maar de créme de la créma van Savoyaardse specitaltien voor je neus. En dan vooral in de categorie kaas.
Want als een soort fondue-en-raclette-walhalla staat La Cabane bovenin het Val Thorens-resort. Combineer traditionele Savoy Fondue of Rawmilk Raclette met bijpassende wijnen en sluit de avond af met génépi – aan tafel ingeschonken door obers met een moustache, uit een megagrote fles. Génépi is hét alpenlikeurtje dat gemaakt wordt van de gelijknamige plant.
Foto’s: La Cabane
Check hier alle info over het Val Tho en laat je verder inspireren.
Foto’s: Val Thorens / Aaron Rolph en C.Ducrue voor Val Thorens
