Citytrips kennen we intussen. Het is tijd voor een ‘staatstrip’ en wel in het verre, ultradiverse Azië. En als je de woorden ‘staat’ en Azië leest, dan weet je dat het gaat om het fascinerende Singapore.
Dat soms zó high-tech en luxueus aanvoelt, waardoor je denkt dat het allemaal nep is, terwijl het in werkelijkheid ook een cultuursnuifbestemming is. Als je de juiste reissnaren raakt…
Singapore: cultuursnuiven tussen de wolkenkrabbers door
Ja, er is – én wordt – veel moeite gepompt in hypermoderne architectuurstukken zoals Marina Bay Sands en Gardens by The Bay. Ja, als je op het vliegveld bent maak je al meteen kennis met de futuristische Jewel. Ja, álles, maar dan ook echt álles, is ongekend goed onderhouden. Ja, de voertaal is Engels. En ja, er zijn clubs waar karren met 35 flessen Dom Pérignon voorbijkomen. Voor één tafel met zes gasten, welteverstaan.
Ja, ja, ja en nog eens ja dus… Ook dat is Singapore. Nee, dat maakt Singapore, Singapore. Maar achter dat fascinerende, weelderige beeld, verschuilt ook cultuur. Of beter gezegd, veel verschillende culturen, want Singapore is ook Singapore door zijn grote cultuurverschillen op een relatief beperkt aantal vierkante meters. We gingen vier dagen op pad met een gids die er al meer dan 25 jaar rondleidingen geeft, waardoor we écht elk uithoekje hebben gezien. Precies goed om uit te vinden dat Singapore dus de ultieme mix is van high-end-locaties en local secrets. Let maar op:
High-end locaties
Het gaat ietwat toeristisch aanvoelen, maar deze pareltjes wil je toch gewoon zien als je er bent. En dat is meer dan terecht.
Marina Bay Sands
Zeg je Singapore, dan zeg je dit toonaangevende hotel. Je kunt er simpelweg ook gewoon niet omheen. Marina Bay Sands heeft 55 verdiepingen, 2561 kamers, zeven sterrenrestaurants, een schaatsbaan, het grootste casino ter wereld en een 150 meter lang zwembad. En dan zijn we er eigenlijk nog niet… De opsomming met bizarre hotel facts kan door blijven gaan. Een lijst die nog wordt uitgebreid, want er komt nog een vierde ‘toren’ bij. Al zal die niet rechtstreeks vastzitten aan het huidige hotel.
Gardens by The Bay
Omdat er veel grootse gebouwen zijn, maar Singapore geen betonnen blok wil zijn, is er veel groen in de stad. Met als opperhoofd in de categorie ‘groen’: het 101 hectare grote Gardens by The Bay. Een ware must-visit door de Supertree Grove – de 18 megagrote kunstbomen die ‘s avonds verlicht zijn -, de drie verschillende tuinen en bijvoorbeeld de Flower Dome (de grootste kas ter wereld).
Helix Bridge
De twee bovenstaande welbekende jongens kun je spotten vanaf de minstens zo befaamde Helix Bridge. Een ware verbinder geïnspireerd op het geometrische uiterlijk van ons dna. Vooral in de avond een ongekend stukje show waar je een keer overheen wil lopen.
The Jewel
Niet te missen: The Jewel. Het is zelfs héél knap als je dat doet, want je komt ‘m al tegen op het vliegveld. Mocht je ‘m wel missen, dan kom je The Jewel een dag later wel tegen op Insta. De overdekte waterval is een waar kunststuk waar je uren naar kan blijven kijken. Dat is ook niet zo gek: hij is ontworpen door Moshe Safdie, de man die ook verantwoordelijk is voor Marina Bay Sands.
Sterrenrestaurants
Ondanks dat Singapore voor Aziatische begrippen niet groot is, zijn er wel héél veel sterrenrestaurants. Wat wil je ook anders, als er al zeven zitten in één hotel? Eén blik op de Michelin Guide verraadt dat er 42 restaurants zijn met één ster, zeven restaurants met twee sterren en drie 3-sterren-restaurants. Terwijl pas sinds 2016 de keukens in Singapore worden beoordeeld door Michelin-experts. Overigens zijn echt niet alle sterrenrestaurants duur. Hill Street Tai Hwa Pork Noodles heeft bijvoorbeeld 1 ster, maar daar heb je al een gerecht voor €3.50.
F1
MANIFY had de eer om het F1-circus bij te wonen in Singapore. Te vet natuurlijk: de nachtrace met regen, The Black Eyed Peas die langskwamen, het stratencircuit dat recht door de stad loopt én Nederlandse hoop op de wereldtitel. Verstappen pakte ‘m een week later in Japan, maar de tribunespanning was er wel extra lekker door.
Verschillende culturen, lokale tentjes
Goed, tot zover astronomisch hoge gebouwen – én astronomisch hoge bedragen. Tijd voor wat cultuur. Of zoals gezegd; culturen. Singapore heeft 5,6 miljoen inwoners, waarvan 4,5 miljoen Singaporezen die je in vier etnische groepen kunt indelen. 77% zijn Chinezen die Mandarijn spreken, 14% zijn Maleisiërs die allemaal moslim zijn, 7% van die 4,5 miljoen zijn Indiërs (oorspronkelijk gastarbeiders) en de lijst wordt voltooid door de Euraziaten.
Door deze etnische verschillen zijn er verschillende wijken ontstaan met typische, religieuze gebouwen, typische eettentjes in Hawker Centers (food courts die op de UNESCO-werelderfgoedlijst staan) en cultuurrijke hotspots. We nemen je mee naar de wijkjes waar tradities nog centraal staan.
Chinatown
Als grootste deel van de bevolking heeft Chinatown ook een groot aandeel in het leven van Singapore. In Chinatown vind je Hawker Centers met street food, historische tempels – bijvoorbeeld de Sri Mariammantempel uit 1827 -, oude mannen die mahjong spelen voor geld en veel antiekboetiekjes.
Kampong Glam
Ook zeer fijn: de Islamitische wijk van Singa. Met zelfs heel veel verschil binnen Kampong Glam. Zo is de Sultan-moskee een sterk staaltje klassiek door zijn gouden koepel, maar vind je op Haji Lane veel street art en hippe tentjes terug.
Aanrader 2.0: Bar Atlas in Parkview Square. Een héle moderne bar volledig in art-deco-stijl waar Jay Gatsby met plezier wil lunchen.
Little India
Over andere werelden gesproken… Zet één stap in de straten van deze wijk, en je bent serieus gewoon in India. Scooters die je om de oren vliegen, open auto’s met mensen achterin, chaotische supermarktjes, kleurrijke gebouwen, slingers en een – ja, alweer – een Hawker Center (Tekka center) waar je blij van wordt.
Bukit Merah
And last but not least: Bukit Mera. Tja, niet moeders mooiste wijk, maar heeft wel een plekje bemachtigd. Waarom? Omdat in deze wijk het Alexandra Village Food Centre ligt. Wéér een food court, maar dan met veel Singaporese gerechten op verschillende menukaarten.
Dikke, dikke tip: Keng Eng Kee Seafood. Een heus visrestaurant op een ongekend hoog (zee)niveau, alleen dan met plastic gele tafeltjes en je mag er eten met je handen. Het familiestekkie is al sinds 1970 up & running. En er komen nog steeds king crabs, in koffie gemarineerde kipstukjes en de allerbeste steam buns voorbij.