Palmbomen, turquoise wateren, witte poederstranden en een beetje schuldgevoel over dodo’s.
Mauritius is de definitie van een cultuurrijk paradijs
Het is een kleine samenvatting van onze trip naar Mauritius. Een eilandje in de Indische Oceaan ter grootte van de provincie Utrecht, dat het ondanks de kleinschaligheid voor elkaar krijgt om alles te bieden wat je nodig hebt. Samen met Air Mauritius vlogen wij richting de brandende zon, om daar een tropische vakantie in optima forma te ervaren. In dit artikel nemen wij je mee tijdens de eerste dagen.
En dat het tropisch is, merk je dan ook snel genoeg. Om zeven uur ‘s ochtends staan wij bij aankomst dan ook al flink te zweten met een temperatuurtje van pak hem beet 28 graden. Letterlijk, en figuurlijk, een warm welkom. Heerlijk. De ‘contract bus’, beter bekend als de toeristenbus, brengt ons naar het Grand Bassin. Een plek doordrenkt van hindoeïstische vibes, en aangezien we ons nog altijd in Oost-Afrika bevinden, wordt onze nieuwsgierigheid geprikkeld. Onze guide tour vertelt dat 67% van de bevolking Indo-Mauritiaans is, wat de grote aanhang voor het hindoeïsme in Mauritius verklaart.
Naast de hindoeïstische invloeden, is er ook nog genoeg Chinees en Europees cultureel erfgoed te aanschouwen. Dat laatste is te danken aan de lange bezettingen van Frankrijk en Engeland, waardoor Frans en Engels ook meteen de officiële voertalen op dit eiland zijn. En dat terwijl de Nederlanders in 1598 als eerste voet hebben gezet op dit eiland, waarna we meteen begonnen met het opsmikkelen van de dodo’s. Jup, het uitsterven van de dodo’s is te wijten aan Nederland. Schuldgevoel? Check.
Een voorproefje van de decadentie
Ach, schuldgevoel of niet: wij hebben net zo hard genoten van ons verblijf. Na nog even de ogen uit te kijken bij Black River Gorge vertrekken we dan ook naar Le Chamarel, voor een lunch met een van de meest fenomenale uitzichten ooit. Ver boven de helderblauwe oceaan met de fabelachtige Le Morne Brabant op links, die is vernoemd naar een op de kliffen gejaagd VOC-schip genaamd Brabant. Nog een beetje Nederlandse geschiedenisles in Mauritius. Altijd welkom.
De lunch is een voorproefje van de decadentie die ons eerste verblijf van deze trip, Sugar Beach Resort, biedt. Een resort die de lat héél hoog legt voor de rest van de accomodaties waar we nog langs gaan. Met een heerlijke Sea View Room op enkele meters van Flic Flac Beach, toegang tot onbeperkte cocktails en ongekend goed eten, is dit een droomplek om te verblijven. En na iéts te veel van die iéts te gevulde cocktails te drinken, is het eindelijk tijd voor de eerste nacht in Mauritius.
Culinaire en culturele overdosis in Mauritius
Waarschuwing voor de tweede dag: ‘Niet te veel ontbijten’. Achteraf gezien een slimme zet, gezien de culinaire overdosis die ons stond te wachten. In de goede zin van het woord dan. Samen met Taste Buddies trokken we door het centrum van Port Louis voor een ontdekkingsreis door lokale delicatessen zoals roti, dholl phuri en dumplings.
Met (misschien té) goed gevulde buiken, vertrekken we naar L’Aventure du Sucre. Een must visit museum dat het verhaal van de ‘sugar cane’ uitlegt, een cultuurgewas dat in 1639 door de Nederlanders op het eiland werd geïntroduceerd. Ondertussen bestaat een groot deel van de economie uit de export van suikerriet. Een klein goedmakertje voor de dodo’s, zullen we maar zeggen. Meteen daalt ons schuldgevoel weer een beetje. Vervolgens nemen we eerst even een kleine stop bij de schitterende Tamil Temple om daarna weer richting Sugar Beach te vertrekken voor een hapje eten. Na het diner zoeken we vrij snel het bedje op, aangezien de wekker weer vroeg gaat.
Flink wat vinkjes op de bucketlist
Om dolfijnen te spotten in Tamarin Beach, ontwaakt de wekker ons de volgende dag namelijk al om half zes ’s ochtends. En dat vrijwillig hè, moet je voorstellen. Gelukkig wordt onze inspanning al snel beloond: na een klein halfuurtje te dobberen op het water in onze kajak met Lokal Adventure, zien we de eerste dolfijnen in de verte. De dolfijnen komen langzaam maar zeker dichterbij, waarna ze op een gegeven moment op enkele meters van ons af zwemmen. Weer wat vinkjes erbij op de bucketlist tijdens deze droomreis.
Omdat kajakken op zee nog best wat energie kost, brengt de ondertussen vertrouwde ‘contract bus’ ons richting Kot Marie Michelle. Hier ontmoeten we een stel zussen die ons de traditionele Creeolse cuisine tonen middels eeuwenoude kooktradities, zelfgeplukte ingrediënten uit haar tuin, en vers everzwijnvlees dat een dag lang gemarineerd wordt. Reken maar dat we ons hier he-le-maal vol hebben gegeten.
Accommodaties die perfectie benaderen
Na het afscheid met Mariè-Michelle, gaan we richting ons tweede verblijf: Beachcomber Trou-Aux-Biches. De badkamer spreekt met haar marmeren betegeling, ruime buitendouche en een oppervlakte gelijk aan het gemiddelde appartement in Amsterdam, boekdelen voor de rest van het hotel. De zwembaden, service, cocktailbars, beachfront villa’s met privé-zwembad en zes verschillende restaurants zijn daarnaast ook allemaal magnifico. We zijn vooral fan van ‘Mahiya’, het Indische restaurant van Beachcomber dat doet voelen alsof je bij de Golf van Bengalen bent. Nog wat Pinã Colada’s om de dag af te sluiten en we ploffen dan met heel veel plezier op ons gigantische bed. Check hier het tweede deel van deze epische reis.
Fotocredits: Mauritius Tourism Promotion Authority