In de jaren ’50 drukte Aston Martin voor het eerst de Vantage-naam op de DB2 van destijds. Sindsdien hebben ze nooit meer teruggekeken en heeft de Vantage ondertussen een prominente naam binnen de Aston Martin-familie.
Maar de nieuwe Aston Martin Vantage die de autofabrikant afgelopen week aankondigde? Die zet alle voorgangers bij de startlijn al te kakken.
Aston Martin Vantage: een wagen voor real drivers
De vernieuwde Vantage is volgens de autofabrikant zelf namelijk de snelste Vantage die er in de 74-jarige geschiedenis is uitgebracht. Een auto die alleen weggelegd is voor ‘real drivers‘, aldus het automerk zelf. En, eerlijk is eerlijk: de 4,0-liter twinturbo V8 van Mercedes-AMG die onder de motorkap ligt, draagt wel bij aan dat statement. Hiermee heeft de nieuwe Aston Martin Vantage namelijk 665 pk en 800 Nm tot haar beschikking, waarmee het binnen 3,4 seconden naar 100 km/u vliegt. Verder ligt de topsnelheid nu op 325 km/u, wat 11 km/u sneller is dan haar jongere broertje.
Een flinke knipoog naar jongere broertje
Qua uiterlijk lijkt de vernieuwde editie van de Vantage nog verdacht veel op de editie uit 2018. Maar als we naar de voorkant van de wagen kijken, zien we toch redelijk wat verschillen. Zo zijn de platte koplampen vervangen door grote en ronde koplampen die verder naar achteren worden getrokken. Ook zijn de grille en de bumper van de nieuwe Vantage volledig vernieuwd. Verder was de Vantage uit 2018 natuurlijk ook al een pareltje voor het oog, dus we zijn er best blij mee dat Aston Martin ervoor heeft gekozen om dit ontwerp grotendeels intact te houden.
Aston Martin Vantage krijgt een vleugje DB12
Kijkend naar het interieur, zien we dan weer wel dat de designers bij Aston Martin overuren hebben gedraaid. Het dashboard heeft bijzonder veel weg van de DB12 met een digitale cockpit voor de bestuurder en een vernieuwd infotainmentsysteem in het midden. De nieuwe Aston Martin krijgt een prijskaartje van ongeveer $216,000. De eerste beelden zijn hieronder te zien met natuurlijk een hoofdrol voor ‘real driver‘ Fernando Alonso.