Zoef zoef zoef. En weg zijn ze. De blits uitziende raceauto’s komen met zo’n 280 km/h voorbij gesjeesd, op slechts tientallen meters afstand.
Best indrukwekkend, maar is het de moeite waard om zo’n Formule E-race te bezoeken? We gingen naar Londen en zochten het voor je uit.
6 redenen om een Formule E-weekend te boeken
Formule E is populairder dan wij dachten. We zijn door het DS Penske team uitgenodigd om achter de schermen mee te kijken en in Londen was het, met een totaal van 50.000 bezoekers, stijf uitverkocht. Het evenement wordt in Nederland uitgezonden op Eurosport, Ziggo en Discovery Channel.
DS Penske
DS en Penske zijn een mooie combinatie. DS heeft in 2015 haar intrede gedaan in de Formule E en wil zo snel mogelijk overgaan op elektrificatie. Opgericht in 1955 en, zoals ze zelf zeggen, belichamen ze ‘The French Art of Travel’. Nou klinkt dit heel pompeus, maar kortgezegd willen ze chique elektrische voertuigen verkopen. Denk aan de DS 3, 4, 7 en 9. Penske heeft niets met een dikke buik te maken, maar is een Amerikaans racingteam dat in 2007 is opgericht door Jay Penske. Na een aantal succesvolle jaren in IndyCar (2007-2014) heeft het team de overstap gemaakt naar de Formule E en de samenwerking opgezocht met DS.
Met hen kwamen we erachter dat er goede redenen zijn om de Formule E te omarmen. Lees maar mee:
1. De Formule 1 kennen we nu wel
We mochten in de pitbox achter het raceteam meeluisteren met een koptelefoon. Iedereen is goedgehumeurd en de sfeer is ontspannen. Niet gek ook, want DS Penske (spreek je uit als penskie) bezet een knappe derde plek op de ranglijst. Bovenaan staan Jaguar en Porsche, dus het is geen schande om die boven je te hebben staan op de ranglijst. Teams als Maserati en Nissan hebben ook hun weg gevonden in deze elektrische autocompetitie.
Zowel de vrije training, kwalificatie én wedstrijd vinden op dezelfde dag plaats. Geniaal, want zo hoef je slechts één kaartje te kopen en maak je alles mee. Formule 1, eat your heart out.
2. 1,5 uur op het puntje van je stoel
De kwalificatie is als een knock-outpoule opgezet. En dat alles in slechts 1,5 uur. 28 coureurs strijden in groepjes om de snelste tijd en de snelsten van beide groepen gaan door naar de kwartfinale van de kwalificatie. Vervolgens kan het feest beginnen. Iedere coureur strijdt tegen een andere coureur om de allersnelste tijd neer te zetten. De coureur heeft slechts één ronde om een toptijd neer te zetten. Verlies je, val je af. Win je, ga je door naar de volgende ronde.
De winnaar gaat weer door naar de halve finale. Deze 1 tegen 1-wedstrijd herhaalt zich in de halve finale, waarna in de finale er ook weer twee coureurs tegenover elkaar staan om in slechts één rondje te bepalen wie de snelste is.
Deze opzet is tamelijk geniaal te noemen omdat het in een kort tijdsbestek ongelooflijk spannend kan zijn. Op een scherm kun je zien wie de favoriet is (uitgedrukt in percentages) en uiteraard gaat alle sympathie direct uit naar de underdog. Er wordt live meegekeken en je ziet wat de onderlinge verschillen zijn. Het circuit in Londen was slechts 2,09 kilometer lang en de gemiddelde rondetijd was zo’n 1 minuut en 10 seconden. Het speelveld is dus klein en fouten kunnen dus nauwelijks goedgemaakt worden. De perfectionist pur sang smult hiervan en ook wij, als toch wel verwende redacteuren, hebben op het puntje van onze stoel gezeten.
3. In het centrum van een wereldstad
Waar je bij Formule 1 vaak naar een of andere afgelegen plaats moet reizen om de race te bekijken, vindt de Formule E altijd plaats in of vlakbij het centrum van een wereldstad. We waren in Londen, maar ook Berlijn, Monaco, Kaapstad, Tokyo en Sao Paulo staan op het reisprogramma. Reizen is dus een appeltje-eitje en hierdoor ook niet onnodig duur. En omdat de training, kwalificatie en wedstrijd op dezelfde dag plaatsvinden, kun je in de avond ook nog stad zelf in.
4. Praatje maken met de coureurs
Er hebben heel wat Nederlanders, Belgen, Nederbelgen en andere ex-Formule 1-coureurs hun weg naar de Formule E gevonden. Stoffel Vandoorne, Nyck de Vries, Robin Frijns en Pascal Wehrlein, bijvoorbeeld. Er is dus echt wel wat kwaliteit aanwezig in het rennersveld en je zit niet naar zomaar wat koekenbakkers te kijken.
Voordat de wedstrijd begint vindt er een gridwalk plaats, waar je tegen een extra tarief dicht bij de pitboxen kunt komen. Ook is het mogelijk om een handtekening van de coureurs te bemachtigen of een praatje te maken. We kunnen ons nauwelijks voorstellen dat dit ook bij F1 mogelijk is.
5. Interessante techniek
Op bepaalde trajecten in het parcours is er een zogeheten powerbar-strook. Als een coureur daaroverheen rijdt krijgt hij tijdelijk extra vermogen en kan hij dit later inzetten om in te halen. Net zoals je vroeger bij Mario Kart een ster haalde. Ook kan de coureur regenereren door hard te remmen en zo de batterij te sparen, wat weer later in de wedstrijd ten goede kan komen. De techniek die gebruikt wordt in Formule-E-auto’s wordt uiteindelijk gebruikt om onze elektrische personenauto’s te verbeteren. Je zit dus erg dicht op het vuur als het gaat om innovatie.
6. Een keer iets anders
Met je vrienden of familie naar een voetbalwedstrijd heb je vast al eens gedaan. Een kaartje kopen om vervolgens 45 minuten naar een voetbalwedstrijd te kijken, 15 minuten pauzeren, en daarna weer 45 minuten voetbal kijken. Dan houdt het daarna weer op.
De Formule E is origineel omdat alles op één dag plaatsvindt. De race zelf duurt sowieso maar 45 minuten, wat voor de nieuwe generatie en de mensen met een korte spanningsboog (zoals ik) ideaal is. De techniek is innovatief en er is veel entertainment rondom het circuit. Daarnaast is het betaalbaarder dan Formule 1 en de coureurs zijn erg toegankelijk.
Dus: ben je op zoek naar een nieuwe, intelligente sport om te volgen, dan kun je best wel eens bij Formule E uitkomen.
