Joseph Oubelkas (1980) werd eind 2004 opgepakt in Marokko. De aanklacht: het smokkelen van 8000 kilo hasj. Tijdens een zakenreis was hij simpelweg op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Bewijs was er niet, toch werd deze Nederlandse jongen veroordeeld tot tien jaar cel. Gesteund door 400 brieven van zijn moeder wist hij toch een zinvol leven op te bouwen in meerdere Marokkaanse gevangenissen. Wij gingen met hem in gesprek en waar konden we dat beter doen dan.. thuis, bij zijn moeder.
Je kunt de datum zeker meteen opdreunen?
“Inderdaad! Donderdag 23 december 2004. Iedereen heeft zo’n moment in het leven, een dag die je nooit meer vergeet. Mijn leven stond ineens op z’n kop. Ik was een jonge IT-ingenieur, net afgestudeerd, mooie baan, leuke vrienden en alles ging goed.”
Zo zien we dat graag bij Manify.
“Haha. Ja, maar daar ben ik ook heel dankbaar voor. Het is niet vanzelfsprekend om een fijne jeugd te hebben. Maar plots veranderde dat fijne leventje. Ik zat ongeveer een week per maand in Marokko voor mijn Nederlandse werkgever. Toen ik op die bewuste dag aankwam op mijn werk zag ik rennende en huilende mensen. Er stonden mannen in uniform met shotguns. Achteraf zeggen mensen dat ik weg had moeten rennen, maar ik wist niet beter, ik had niks te verbergen. ‘Wat is hier aan de hand?’, dacht ik. Mijn auto zette ik aan de kant en ik liep naar de poort. Er bleek 8000 kilo drugs gevonden te zijn in busjes van een bedrijf waar mijn opdrachtgever zaken mee deed. 8000 kilo! ‘Dat is veel’, hoor ik mezelf nog denken. Ik wist nergens van, dus ging ik netjes mee voor ondervraging. Alles zou goedkomen, werd mij verteld. Maar met Kerst zal ik nog steeds vast. Dagen werden weken en weken werden maanden en de nachtmerrie werd steeds groter. Ik kreeg tien jaar celstraf…
De eerste weken waren verschrikkelijk. Ik leefde in een roes en was intens verdrietig. Ik was onschuldig, dat wist ondertussen de hele wereld. Maar hier in Marokko hadden ze er geen boodschap aan. De Nederlandse ambassade kon weinig voor mij betekenen. De verschillende rechtszaken stonken aan alle kanten. Het bewijsmateriaal deugde niet. Ik ben zelfs nog een eigen onderzoek gestart, het was zó duidelijk! Maar het mocht niet baten, ze hadden hun dader.”
En heb je nog geprobeerd om alles af te kopen?
“Dat kan, maar werd afgeraden door mijn advocaten. ‘We hebben nog nooit zo’n goede zaak gehad als deze’, zeiden ze. Later hoorde ik in de gevangenis dat ik het had moeten doen. Ik had die rechter moeten omkopen. Zo werkt het systeem daar blijkbaar. Maar het was voor mij niet aan de orde, het bewijs was zo duidelijk. Men wist zelfs wie er wél achter die enorme hoeveelheid drugs zat, maar niemand ging achter hen aan.”
Zou je het met deze kennis toch anders gedaan hebben?
“Dat is een moeilijke vraag. Stel dat ik had betaald, dan zou je dat kunnen opvatten als een schuldbekentenis. En dan nog weet je niet of je wordt vrijgesproken. Maar dat is allemaal achteraf. Feit is dat mijn hele visie op rechtvaardigheid in de wereld op dat moment uiteenspatte.”
Wat was jouw visie daarop dan?
“Ik ben opgevoed in een beschermde omgeving. Mijn moeder heeft me heel erg behoed voor veel dingen.” Moeder vult aan: “Helaas wel, af en toe. Joseph is net als ik een helper. Wij helpen de mensen graag.”
Misschien ook soms naïef? Dat je teveel wilt helpen?
“Soms wel. Dan wil je graag iets goed doen voor de mensen en dat kan misbruikt worden. Zo dus ook op die dag in Marokko. Ik wilde weten wat er aan de hand was, toen ik die huilende en schreeuwende mensen zag, ze zaten blijkbaar in de problemen.”
Het liep anders. Je komt in die gevangenis terecht, wetende dat je onschuldig bent. Dat is een hele goede reden om daar niet te willen zitten. Hoe ging je verder?
“Op een gegeven moment werd mijn vonnis vertaald en mocht ik het inlezen. Het klopte werkelijk voor geen meter. Zo stelden ze bijvoorbeeld dat ik 22 inreisstempels had en 17 uitreisstempels; stempels die je krijgt bij aankomst in het land en bij vertrek. De rechter vond dit onomstotelijk bewijs dat ik daardoor niet altijd via de douane naar huis was gegaan en ik vaker smokkelroutes zou hebben genomen. Later bleek dat ik in werkelijkheid 11 inreisstempels had tegenover 10 uitreisstempels. Ze hadden niet eens de moeite gedaan om het geloofwaardig te laten lijken. En ze komen nog weg met die arrogantie ook. Vanaf dat moment voelde ik mezelf sterker worden. Ik wist dat ik onschuldig was, dat zag de hele wereld. En dat werd mijn drive in deze verschrikkelijke gevangenis. Ik ben hier niet de verliezer, ik ben een winnaar!”
Dat is op z’n minst een tegenstrijdige gedachte als je achter de tralies zit…
“Absoluut! We lagen daar soms met 100 man in een klein kamertje, als sardientjes in een blik. Het was een grote bende en daar heb ik tussen geleefd. En om je dan een winnaar te voelen is niet makkelijk. Gelukkig kreeg ik veel steun van mijn vrienden en de overheid, maar vooral ook van mijn moeder. Zij stuurde me wekelijks spulletjes op, niet alleen voor mij, maar ook voor mijn medegevangenen en zelfs voor de bewakers. Chocolade, een bril, bloemzaadjes enzovoorts. En ik deelde het uit, zag het goede in iedereen en bouwde zo ook vriendschappen op. Maar het mooiste waren haar brieven, 400 in totaal, met prachtige teksten.”
Moeder: “Samen met zijn vrienden, ging ik Joseph helpen. We wilden hem daar psychisch en fysiek zo gezond mogelijk uit de gevangenis krijgen. Middels die brieven ontstond de wisselwerking. Hij mocht zichzelf niet verloren laten gaan in zo’n wereld, terwijl hij niks gedaan had.”
Joseph: “Door deze steun, een positieve houding en goede verzorging, begon ik een leven op te bouwen achter de tralies. Ik had niets, alleen mezelf. Maar als je je eigen lichaam beheerst, dan heb je macht. Dat las ik ook in jullie interview met Wim Hof. Dus bleef ik mezelf goed verzorgen, begon taallessen te geven, maakte een moestuintje en gaf sportlessen. Hoe moeilijk het ook was, mijn leven hier was niet zinloos.”
Toch zal het geen pretje zijn geweest. Kijk naar de foto’s van jouw gevangenis. Je zit daar vast op een mensonterende plek toch?
“Het was zeker geen pretje. ’s Nachts was het ijskoud bijvoorbeeld, er was geen verwarming. Je behoefte deed je in de cel, iedereen er bij. Verder was er complete anarchie, het was een losgeslagen bende. Er waren messen en drugs voorhanden, waar veel gevangenen aan kapot gingen. Onder mijn ogen werd een medegevangene net onder zijn hart gestoken. Of een andere keer, ik zie het nog zo voor me, een jongen zit tv te kijken en wordt vanachter beslopen. Voor ik het weet, zie ik iemand zijn gezicht met een mes bewerken. Het was een bizarre wereld.”
Je zult vast eens aan ontsnappen gedacht hebben?
“Meerdere malen, ja hoor. En het kon ook. Ik kreeg aanbiedingen van bewakers, voor omgerekend een paar honderd euro wilden ze meehelpen. Bij wijze van grap, maar ik weet zeker dat ze het meenden. Dan zou ik een uniform krijgen en konden we samen de poort uitlopen. Dan ben je vrij! Natuurlijk spookt dat door je hoofd. Ik heb zelfs de Nederlandse ambassade gevraagd of ik daar dan onderdak kon krijgen. Maar het kon niet. Ze zouden me weer moeten uitleveren. ‘Dat zijn we verplicht’.”
Wil je ooit nog eens terug naar Marokko?
“Wie weet ooit eens, maar voorlopig niet. Ik weet niet eens of ik daar nog in de boeken sta, of een strafblad heb. Toch ben ik niet bang. Het systeem is dubieus, maar het land is prachtig. Ik ben er zo vaak geweest. Voor de grap zeg ik weleens dat ik het land van binnen en buiten ken!”
Wil je weten hoe Joseph uiteindelijk vrij is gekomen, dan moet je zeker zijn boek ‘400 Brieven van mijn moeder’ lezen. Het is werkelijk een prachtig boek, een echte pageturner en ondertussen ook een bestseller. Joseph weet je enorm te inspireren. Als hij zoiets moois op zo’n afschuwelijke plek kan opbouwen, dan moeten wij dat met alle luxe en veiligheid om ons heen toch ook kunnen?
Voor meer informatie kijk op www.oubelkas.nl of op zijn facebook-pagina.
Foto’s: Jef van den Hout