Als kind gaf het vroeger altijd een kick om ergens belletje te lellen en daarna keihard weg te rennen. Niemand mocht je pakken, want dan was je zwaar de pineut. Of nouja, zo voelde het in ieder geval. En dat maakte het belletje lellen juist ook zo leuk.
Dit is waarom verboden dingen een stuk leuker zijn
Maar goed, waarom is dat ‘zwaar de pineut zijn’ nou eigenlijk hetgeen dat belletje lellen zo leuk maakt? Waarom konden we niet gewoon het onschuldige en voorbeeldige kind zijn dat onze ouders dachten dat we waren? Het antwoord is heel simpel: dingen die verboden zijn, zijn nou eenmaal een stuk leuker. En dat is geen geklets om onze baldadige jeugd te rechtvaardigen. Oké, misschien een beetje.
Maar gelukkig hebben we harde feiten gevonden die ons statement ondersteunen. Met behulp van de wetenschap leggen we haarfijn uit hoe het komt dat dingen die eigenlijk niet mogen, een stuk leuker zijn om te doen. Dat is precies waarom Walter White zich steeds beter ging voelen in Breaking Bad. Of waarom er héél veel mensen vreemdgaan.
Het Streisand-effect
De eerste reden die we voor onze baldadige behoeften hebben, is het zogeheten Streisand-effect. Dit effect betekent dat wanneer iets verborgen of verwijderd wordt, er juist de aandacht op die informatie gevestigd wordt. Wanneer het aankomt op iets verbieden, speelt dat dus ook op.“Het zit in je DNA om nieuwsgierig te zijn”, zo meldt Lilian Lechner, hoogleraar gezondheidspsychologie aan de open Universiteit, in gesprek met Quest. “Als iets verboden wordt, speelt je nieuwsgierigheid extra op. Dat heet Streisand-effect.”
Goed, eigenlijk is de remedie tegen onze baldadigheid dus heel simpel: we moeten het gewoon verboden maken om dingen te verbieden. Oh, wacht.
Autonomie zorgt voor koppigheid
Maar het blijft niet bij het Streisand-effect. Nee, nee. Er zijn nog andere psychologische verschijnselen die volgens Lechner een belangrijke rol spelen in onze behoefte voor verboden dingen. Het zogeheten ‘Reactance-effect’ is daar eentje van. Dit effect houdt in dat wanneer je iets opgelegd krijgt, dit een averechts effect heeft. In plaats van dat je braaf uitvoert wat je opgelegd krijgt, wil je namelijk het tegenovergestelde doen volgens Lechner.
Afijn, dit verschijnsel gaat bij de een meer op dan bij de ander. Uiteindelijk is het natuurlijk ook gewoon een beetje koppigheid, en dat zit nou eenmaal in sommige mensen. Bovendien ligt het er volgens Lechner ook aan wat je opgelegd krijgt en van wie.
‘Verboden fruit-effect’
Last but not least spreken gedragsdeskundigen van het ‘Forbidden fruit-effect’. Dit betekent dat er meer kans is dat je aan dingen denkt waarvan is verteld dat je er eigenlijk niet aan mag denken. Dit is simpelweg te koppelen aan onze nieuwsgierigheid die volgens Lechner dus in elk mens zit. We willen dus graag het onkenbare begrijpen, en we willen steeds meer te weten komen over wat buiten onze grenzen ligt. En dat uit zich vaak in seksuele ontdekkingen buiten de eigen slaapkamer.
Als we het zo allemaal even op een rijtje zetten, dan is heel dat ‘verboden dingen doen’ dus eigenlijk helemaal zo gek nog niet. Nou sporen we je niet aan om een bankoverval te plegen, puur zodat jij meer begrijpt over het onkenbare, maar toch: die baldadigheid van ons komt eigenlijk alleen maar voort uit goede bedoelingen.