Bij het dragen van kleding worden er voor mannen wat regels voorgeschreven. Sommige regels komen opeens opdagen omdat het in de mode is, maar er zijn er een aantal stijlregels die al een paar decennia meegaan en waar je je als man zijnde ook gewoon netjes aan moet houden.
De modewereld verandert constant. En dat maakt het lastig al die stijlregels te onthouden. Maar wij zullen je en geheim vertellen: échte stijlregels, dat zijn er maar een paar. De volgende regels zijn niet onderheven aan trends of smaak. Ze worden gedicteerd door kledingmakers die weten hoe kleding gedragen moeten worden. Wanneer je het dus op een andere, eigen manier draagt, tja, dan is het gewoonweg heel erg fout.
All time stijlregels
1. Match je leer áltijd
Het zegt veel over deze regel dat, zelfs in een tijd waarin het combineren van pakken en sneakers wordt aangemoedigd, het een onvergeeflijke amateur-fout blijft. Dezelfde tonen van leer moeten altijd bij elkaar blijven. Het probleem is niet zozeer de kleuren, maar het materiaal. Door de licht glanzende textuur van leer, zorgt het mengen van verschillende kleuren ervoor dat elk stuk om aandacht vraagt. Of het nu een bruiloft of een alledaagse kantoorlook is, je kan niet in een pak investeren zonder het te combineren met perfect op elkaar afgestemde lederen accessoires. Dat betekent dat je je jasje moet matchen met je schoenen en je riem moet matchen met je horloge.
2. Je shirt in je broek stoppen hoeft niet altijd
Ik denk dat het komt door onze moeders: een ingestoken shirt zorgt ervoor dat we er slimmer uitzien. Maar dit is niet altijd het geval. Het hangt namelijk allemaal af van de stijl van het shirt en het belangrijkste, de zoom.
Shirts en overhemden met achter een staart, zijn ervoor gemaakt om in je broek gestopt te worden. Ze kunnen dan namelijk in een formele context gedragen worden. Ze hebben achter een langere zoom, die wordt gekneld tussen je lichaam en je broek wanneer je gaat zitten, zodat het shirt niet stijgt of kreukt. Wanneer je dus de soort man bent dat voor een ingestopt shirt of polo kiest, geef je voorkeur aan langere lijnen en draag je hem met een riem als dat mogelijk is. Het houdt het uiterlijk netjes en hoef je niet de hele dag opnieuw ervoor te zorgen dat jouw hemd of shirt teruggestopt wordt.
3. Als je een pak draagt, draag je je tas
Rugzakken zijn niet alleen meer voor de middelbare schooltijd. Met talloze nieuwe ontwerpen, modellen en stoffen, is de back-to-school-look nu overal op straat te zien. Maar hoe luxe hij ook is, hij past gewoon niet bij een pak. Niet omdat je formeel en casual koppelt, maar omdat het je pak kapot maakt. De druk en wrijving beschadigen namelijk het stof en kunnen de schouders glanzend of gerafeld achter laten. Investeer liever in een mooie handtas. Dan blijven je spullen én je pak mooier.
4. Gebruik nooit de onderste knoop van je blazer
Het is begrijpelijk dat mannen knopen zien en denken: die moeten dicht. Het moderne colbert is toch niet ontworpen om alle knopen dicht te doen. Sterker nog, de onderste knoop moet altijd open blijven! Het creëert het uiterlijk van een slanke taille en de stof valt mooi en soepel over je heupen. Als de onderste knoop dicht is, verpest je de naden en trekt de stof onnatuurlijk op. Je colbert moet strak en recht bij je lichaam passen. Twijfel je? Onthoud dan de SAN-regel: sometimes, always, never. De eerste knoop doe je sometimes dicht, de tweede always en de derde never. Voor twee knopen houd je always en never aan en met één knoop is het nog makkelijker: always.
5. Zorg dat je pak past
Dit is één van de belangrijkste regels: als gentleman hoor je over een paar mooie pakken te beschikken en het allerbelangrijkste is dat de maat goed is.
Voor je colbert moet je aanhouden dat de schouders comfortabel zitten en de mouwen in lijn staan met je eigen schouders. Te groot staat rommelig, te klein is oncomfortabel en niet mooi. De mouwen moeten eindigen op het punt waar je pols overgaat in duim. Pas het colbert ook met een overhemd eronder, zodat je zeker weet dat de maat goed is. Ook voor de broek moet je zorgen dat je deze de juiste lengte is. Ook de taille is erg belangrijk: ga niet voor te dun, maar ook niet voor te wijd. Belangrijk is dat je colbert er mooi en soepel overheen valt.
6. Vermijd grappige prints
Dit geldt zowel voor shirts met ‘grappige’ teksten als een stropdas met de Kerstman erop. Het is not done. Of het nu gaat om stropdassen, onderbroeken, shirts of sokken – grappig printjes of teksten, het is nooit nodig. Het zegt niet dat je geestig of hilarisch bent, eerder dat je totaal geen stijl hebt. Er is niet één situatie waarin het grappig zou zijn. Draag je het op je werk, dan heb je kans dat je collega’s en klanten je niet serieus nemen. Draag je het op stap, dan heb je kans dat mensen je onvolwassen vinden. En op familieverjaardagen zal je worden uitgelachen als ‘gekke ome Paul’. Is dat wat je wil?
Patronen toevoegen aan je outfit kan absoluut leuk zijn, maar doe het dan subtiel en matchend. Ga bijvoorbeeld voor een bedrukt shirt onder een colbert of statement sneakers onder een neutrale look.
7. Was je kleren niet te vaak
Uiteraard is het belangrijk dat je als gentleman er verzorgd uitziet en je goed ruikt. Maar je kleding hoeft écht niet na iedere keer dragen gewassen te worden. Juist niet! Oké, dagelijks schone sokken en onderbroek is geen overbodige luxe, maar de rest van je kleding leidt er alleen maar onder als het na één keer dragen iedere keer gewassen wordt.
Neem bijvoorbeeld een goed pak. De chemicaliën die worden gebruikt als je een pak wast, zorgt ervoor dat de stiksels loslaten, de stof beschadigt en de kleur vervaagd. Beter is om iedere keer dat je hem hebt gedragen eventuele vlekken eraf te poetsen en je colbert en pantalon minstens een dag in de buitenlucht te laten luchten. Nog beter advies: houd die rode -wijn-hand stil en mors niet! Onthoud dit, ook na acht glazen van diezelfde wijn.
Ook voor jeans geldt: niet te vaak wassen. De indigo-kleurstof in spijkerbroeken slijt vanzelf af waardoor jouw jeans een persoonlijkheid krijgt en alleen maar mooier wordt. In de wasmachine verkleurt je broek, rekt hij uit en slijt hij sneller – op een lelijke, karakterloze manier.