In MANIFY Magazine #6 brengt topfotograaf Jimmy Nelson een ode aan Nederland. Dat doe hij aan de hand van foto’s uit zijn boek Between the Sea and the Sky.
Daarin portretteert hij twintig gemeenschappen in traditionele klederdracht in de omgeving die hen heeft gevormd. De ‘geadopteerde Dutchie’ legt aan ons waarom de Nederlandse klederdracht niet mag verdwijnen.
Jimmy Nelson over de Nederlandse klederdracht
We kaarten eerst aan dat er een gevoel heerst dat Nederlanders onder het motto doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ leven. Maar in andere interviews verhaalt Jimmy dat mensen zijn hier net zo trots als in Kazachstan of Mongolië. Dat hij niet per se verwacht, maar toen hij de Nederlandse beelden op een tentoontenstelling mengde met de andere beelden, werkte dat gewoon. ‘De ontmoeting is hetzelfde. Je ziet me, je waardeert me. Het maakt niet uit hoe je eruitziet, waar je vandaan komt of wat je aan hebt. It’s a celebration of people,’ schetst hij.
Klederdracht is daar een belangrijke schakel in. We stellen de vraag hoe we aan cultuurbewaking gaan doen in deze moderniserende wereld, met een stellig antwoord daaropvolgend:
‘Cultuurbewaking? Ik probeer niks te bewaken. Wat ik wel wil is mensen wakker schudden. We zijn op een best lastig punt aangekomen. Het menselijk leven wordt moeilijker en moeilijker. En de metaverse staat voor de deur om ons mee te nemen in een digitale wereld. Ik denk dat dit levensgevaarlijk is voor de mens. We verliezen verbinding met het universum, de natuur, de echte mens. Het universum vertelt: waar komen we vandaan? Waar staan we voor? Wat is ons verleden? Die connectie mogen we niet verliezen.
Klederdracht is een metafoor voor die vragen. Samen met de menselijke verhalen die met lol, liefde en lachen worden verteld. Het laat zien wat het is om mens te zijn op deze aarde. Laten we dus met zijn allen de toekomst zien, laten we de technologie gebruiken, maar laten we ook niet vergeten waar we vandaan komen. We moeten niet vergeten wat het is om mens te zijn. Wat het is om te voelen. Andere volkoren wonen diepgeworteld in de cultuur en natuur. Dat hebben wij hier niet. Hier moeten we in onze omgeving realiseren dat er ook rijkdom is. Alles wat ik zie is aan het veranderen. Het was al anders vijf jaar geleden, het was al anders 100 jaar geleden, het wordt anders in de toekomst. Daar gaat het niet om. Het gaat om de authenticiteit van humaniteit in een hybride vorm. Daar ben ik mee bezig. De levende wereld is ingewikkeld. Nu wonen wij in een rijk land, maar in andere delen komt de temptation van de metaverse dichterbij. Tuurlijk gaat A.I. alles voor ons creëren en realiseren, maar het gevoel om daar zelf heen te gaan, is zó veel rijker.’
Je hebt verschillende culturen vastgelegd, maar we zijn maar een klein landje. Hoe groot zijn de cultuurverschillen hier, terwijl ze geografisch gezien niet ver van elkaar vandaan wonen?
‘Er is een enorme diversiteit in klederdracht. Dat vind ik héél bijzonder. De rijkste klederdracht zit aan het water, aan de kust of om het IJsselmeer heen. In het oosten van het land, bij de grens, is het wat soberder. Elke klederdracht vertelt een verhaal. In Marken hebben ze bijvoorbeeld allemaal schorten. Ze hebben héél veel verschillende schorten en elk schort heeft een andere betekenis. Kleding is dus een manier om te laten zien waar je in het leven staat. Ook jongeren doen daaraan mee. Vaak op evenementen en bijeenkomsten, en dat raakte me. We zijn piepklein, maar wat wij hier hebben is zó uniek. Dat is nergens anders te vinden.’
Het hele interview lezen én alle foto’s zien? Tik hier MANIFY Magazine #6 op de kop.