First things first: het is nooit goed om veel alcohol te drinken. Het is slecht voor je en er zijn genoeg reden om het niet te doen. Tóch doen we het bijna allemaal en dat blijkt goed nieuws te zijn. Onderzoekers hebben namelijk ondervonden dat alcohol de mensheid heeft geholpen uit te groeien tot wat we nu zijn: de intelligente, veelal welvarende en succesvolle mens. Anders gezegd: de mensheid had het evolutiespel niet kunnen uitspelen zonder C2H5OH, oftewel de alcohol die in alcoholhoudende dranken voorkomt. Ons radicale broertje Mellowed legt het uit.
Waarom alcohol invloed heeft op het succes van de mensheid
Alcohol lijkt eerder onze vriend dan vijand, maar hoe is dat zo gekomen? In een artikel van Financial Times legt evolutiepsycholoog Robin Dunbar uit dat alcohol de mens over het algemeen socialer maakt. Dat kunnen we beamen, want voor de coronacrisis was een gemiddelde kroeg op vrijdagavond een en al saamhorigheid. Alcohol ontdoet de mens van remmingen en dat maakt mensen vaak overdreven vriendelijke als ze lekker in de olie zitten.
Endorfine
Dunbar vertelt in het artikel dat alcoholconsumptie endorfine vrijgeeft. Endorfine is een neurotransmitter die een pijnstillend gevoel afgeeft. Je voelt je er goed door. Dat goede gevoel is cruciaal voor individuen om anderen te kunnen vertrouwen en relaties met elkaar aan te gaan. Van alle sociale activiteiten die endorfine aanmaken (zoals bijvoorbeeld lachen, zingen en dansen), is alcohol drinken de meest effectieve.
En dat is best wel prettig, want om op onze aardbol te kunnen overleven, heb je vrienden nodig. Vooral vroegâh, zo’n 125.000 jaar geleden, toen de Homo Sapiens het voor het zeggen hadden. Je matties hielpen je met vuurtjes stoken, kinderen verzorgen en op dieren jagen, kortom: om te overleven. Zonder je squad was je eigenlijk nergens.
Wat was er eerder: brood of bier?
De primitieve mens, die nog in dierenvellen liep, wist gelukkig in die tijd ook al alcohol te brouwen en te consumeren. Antropologen zijn het er nog steeds niet over uit wat er eerder was: brood of bier. Archeoloog Patrick McGovern vertelt aan National Geographic: “Ik denk dat het bier was. Het is makkelijker om te maken, heeft meer voedingstoffen en is geestverruimend.”
Reden genoeg voor jager-verzamelaars om zich op een bepaalde plek te vestigen en graan te verbouwen. Tegelijkertijd werden er ook dorpen gebouwd en de ‘vriendengroepen’ breidde zich steeds verder uit. Dit wordt bevestigd in de theologie en geneeskunde: het overgrote deel van de religiën gebruikte alcohol en de eerste medicijnen bevatten wijn. Het begin van civilisatie is ingezet door gefermenteerde drankjes, concludeert McGovern in het artikel van National Georgraphic.
Anno nu
Tegenwoordig hebben we nog steeds baat bij een lekker afzakkertje. Vereenzaming is een modern gezondheidsprobleem en hoe we dat tegengaan is een uitdaging. Wanneer de kroegen weer opengaan is een avondje in de lokale bardancing in ieder geval een goed begin. Hier kun je – na het nuttigen van wat ijskoude rakkers – een vaste vertrouwenskring opbouwen en wordt je vanzelfsprekend gelukkiger.
Hierbij moet wel gezegd worden dat je het niet moet overdrijven. Na drie of vier biertjes ben je misschien nog gezellig, maar als het er meer worden blijft daar weinig van over. Dan wordt je van een sociale duizendpoot al snel een irritante zatlel, die iedereen het liefst buiten wil hebben.
Om alcohol drinken tot een succesformule te maken, is om te alle tijden het sociale aspect er onlosmakelijk mee te verbinden. Misschien niet het antwoord dat je in de situatie waarin we zitten wilt horen, aangezien sociaal contact schaars is en de kroeg iets uit een droom lijkt. Maar hier gaat uiteindelijk ook een eind aan komen en tot die tijd heb je des te meer reden om die quarantaine vrijmibo door te zetten.