A footballers car, een PC Hooft-trekker. We hebben de geuzennamen voor de Range Rover Sport allemaal weleens voorbij horen komen.
Maar in welke bevolkingsklasse je je ook bevindt, je wil waarschijnlijk toch graag verduurzamen. Bij Land Rover hebben ze dit begrepen en de Range Rover Sport is sindsdien te verkrijgen als plug-in hyrbide versie. We gingen op pad met de 510 sterke mastodont.
Range Rover Sport P510e
De nieuwe Ranger Rover Sport heeft van binnen én buiten wat cosmetische ingrepen gekregen. De achterlichten lijken te zijn platgeslagen, wat een minimalistische look geeft. De handgrepen zijn weggewerkt in de deur en springen er pas uit als je het slot vergrendeld. Maar gelukkig is het allerbelangrijkste nog intact gebleven: hij lijkt nog steeds op een Range Rover Sport. Het hoekige, het bonkige, het holy-shit-wat-komt-daar-op-me-af-rijden-gevoel is er nog altijd.
Ook het interieur is het benoemen waard, want echt alles ademt luxe. Het licht gebogen infotainmentsysteem werkt erg prettig en gelukkig zijn er nog genoeg ‘echte’ knoppen die in te drukken zijn. De stoelen zitten heerlijk en hoe fijn is het om op een warme dag de stoelmassage in combinatie met stoelverkoeling aan te zetten.
Zuinige Sport
Na al eerder te hebben plaatsgenomen in de grotere broer, namelijk de Range Rover P530, was het nu de beurt aan het kleinere broertje, de Sport. Nou ja, klein… Bijna 5 meter lang en 1 meter 82 hoog is nog steeds fiks groter dan de gemiddelde middenklasser. Door de plug-in hybride techniek heeft de Range Rover Sport P510e nu ook wat extra accu’s aan boord, waardoor het ledig gewicht uitkomt op 2810 kg. De auto is dus flink zwaar, maar een gecombineerd vermogen van 510 pk weet dit ruimschoots te compenseren. Hij voelt log aan, alleen dat ben je vergeten als je het gas opengooit. Je zwaait naar iedereen in je achteruitkijkspiegel. Die overigens ook dient als camera. Mocht je te weinig zicht hebben tijdens het achteruitrijden, druk dan op de knop onder de spiegel en opeens heb je camerabeeld. Normaliter is je beeldhoek zo’n 25 graden breed, bij de camera is dat maar liefst 50 graden breed.
Motor: 3.0 liter zes cilinder turbo
Vermogen: 375 kW / 510 PK
Actie radius: 111 km
0 – 100 km/h: 5,4 seconden
Topsnelheid: 242 km/h
Basisprijs: € 107.016
De versie die wij reden: € 160.753
Het beste van beide
Dankzij een 35 kW accu zou je volgens de WLTP-range 111 km op elektrische modus kunnen rijden. Een retourtje Den Bosch – Utrecht zou dus mogelijk moeten zijn. Ware het niet dat we de 111 km nooit gehaald hebben. Een combinatie van de zwaarte van de auto en het formaat werken niet in het voordeel. Zo’n 85 km is meer dan realistisch. Het succes zit ‘m dus in het hybride rijden. Je start en rijdt de eerste langzame kilometers op EV en op hoge snelheden komt de benzinemotor de nodige hulp bieden. Uiteraard afhankelijk van de zwaarte van je rechtervoet, maar hierdoor is een acceptabel verbruik van 1 op 12 best mogelijk. Het overschakelen van standje EV op benzine gaat overigens niet geheel geruisloos. Je voelt namelijk een kleine overschakeling, maar een kniesoor die daar om maalt.
Save the world
De auto is in te stellen in drie standen; EV, Hybride en Save. Bij Hybride heb je best of both worlds, aangezien de auto fluisterstil op EV-stand zal wegrijden. Rijd je de accu leeg of accelereer je harder dan de EV-accu aan kan, dan schakelt de auto vanzelf over op benzine. Opeens komt er dan 510 pk vrij die je (veel te eenvoudig) richting de 242 km/h loodst. Nederland is net wat te klein voor deze snelheden, maar na een week testrijden kunnen we concluderen dat een gat op je voorligger dichtrijden zo gepiept is.
De meer interessante optie is ‘Save’. In deze modus gebruikt de benzinemotor de brandstof om de elektrische accu op te laden. Gezien de huidige benzineprijzen niet een heel goed idee, maar stel je voor dat je onderweg bent naar een stad waar emissievrije-zones zijn. Daar waar je dus met een benzine-auto niet binnenkomt of een boete moet betalen. Als je hier onderweg achterkomt en je accu is leeg, kun je dus besluiten om onderweg je auto op te laden en op EV-stand een centrum in te rijden. Superhandig.
Ain’t no river high enough
Hoewel Land Rover is ontstaan als all terrain vehicle die voornamelijk op het land bestuurd zal worden, zullen de meeste kopers niet zo heel snel off road gaan. Hoewel het wel degelijk mogelijk is. Off road functies zijn er genoeg en een hele toffe is de Wade Sensor. Mocht je ooit een keer in een flinke regenbui belanden en het viaduct is volgelopen met water, schakel dan de Wade Sensor in. Tijdens het rijden zie je op het display hoe hoog het water komt. Tot en met 90 cm hoog is alles mogelijk. Wordt het dieper, dan weet je dat je het niet zal gaan redden.
Concurrentie
Ook de concurrentie zit niet stil, want zoek je ongeveer hetzelfde formaat mét plug-in hybride techniek, dan heeft Mercedes de GLE voor je klaarstaan. Met zeven zitplaatsen ook een gigantische auto en met een vanafprijs van €94.000 helemaal geen gekke optie. De Audi SQ8 e-tron is net een slag kleiner en staat vanaf €99.000 voor je deur. En bij BMW is de X5 vanaf € 96.500 ook de moeite waard om te vergelijken.
Verdict
Bij verduurzamen zul je niet direct aan de Range Rover Sport denken. Toch hebben ze bij Land Rover een knap staaltje werk geleverd. Dat hebben ze gedaan door een plug-in hybride op de markt te brengen die geen concessies doet aan de luxe die de klant verwacht van het merk. Door de hybride techniek is de auto zuiniger en een bijkomend voordeel is dat je altijd ergens een plekje vooraan hebt om te parkeren. Daarnaast zien de buren dat je ‘groen’ bezig bent en opeens vinden ze je nóg sympathieker. Je kunt dus alleen maar winnen met de Range Rover Sport.
2024 wordt een belangrijk jaar voor Land Rover, want dan wordt de volledig elektrische Range Rover verwacht. Misschien moeten we de plug-in hybride versie zien als de ideale tussenpaus, nog even voordat we volledig over zijn op EV-rijden.