Wat niet iedereen weet is dat het exclusieve Bugatti al twee keer de fabrieksdeuren heeft mogen sluiten. In 1956 gebeurde dit voor het eerst na tegenvallende resultaten. Het duurde dan ook tot 1990 voordat de Italiaan Romano Artioili het merk een nieuw leven inblies met een nieuwe fabriek in eigen land. Dit vierden ze met de iconische EB110, een hommage aan oprichter Ettore Bugatti die dat jaar 110 geworden zou zijn.
Bugatti EB110
Een iconisch model die voor die tijd zeer, zeer snel was. Onder de kolossale motorkap vond je een V12 met maar liefst vier turbo’s. Dit resulteerde in een bak van 610 pk, iets dat geen andere auto in die tijd kon overtreffen.
Maar in 1995 was het weer klaar voor Bugatti.
Nog geen drie jaar later nam Volkswagen de rechten over van het merk Bugatti en verplaatste de fabriek terug naar z’n geboorteplaats, Molsheim in de Franse Elzas. Niet onsuccesvol, gezien de Chiron en Veyron die het bedrijf onder Duits bewind op de markt heeft gebracht.
Bugatti Cientodieci
Nu, zo’n 30 jaar nadat de EB110 gepresenteerd werd, vond Bugatti het tijd voor een hommage aan de hommage. Een nieuwe EB110 dus. Alleen deze heet de Centodieci, wat Italiaans is voor 110. Weird, want het is inmiddels natuurlijk 140 jaar geleden dat Ettore Bugatti geboren werd. Maar goed, dat leggen we ze nog wel ene keer uit.
Wat weten we over de Centodieci?
Hij werd afgelopen week gepresenteerd op de Pebble Beach Concours d’Elegance (een soort fuif waar rijkelui met hun autosleutels pronken). Er werd beloofd dat de Centodieci in 2,4 seconde op de 100 km/h zit en 7 seconden daarna de 300 aantikt. Heb je de cojones om ‘m nog even door te trekken? Dan vindt Bugatti het op 380 km/h genoeg geweest, want daar is hij op begrensd. Jammer, want met een V16 van 1.600 pk onder je arie kan je heus nog wel meer.
Wat we ook weten is dat je voor deze ‘gepimpte Chiron’ (want dat is het, scheelt in totaal 20 kg) een luttele 8 miljoen mag neertellen. En als je het al hebt liggen is de vraag of je er tussenkomt, want Bugatti gaat er maar tien modellen van produceren. Je hebt dan wel een met de hand gebouwd modelletje uit het Franse Molsheim. Het nadeel: je zal de komende twee jaar nog in je verroeste Belingo moeten rijden, want zo lang duurt het voordat de Bugatti Centodieci klaar is.