Intimiteit is niet een woord wat snel bij ons naar boven komt als we een mannenvriendschap omschrijven. In de media worden vriendschappen tussen mannen nog steeds vaak beschreven met ‘bro’s’, ‘maten’ en andere luchtige termen. Deze termen zorgen ervoor dat vriendschap tussen mannen, in tegenstelling tot een vriendschap tussen vrouwen, vaak oppervlakkiger overkomt. Alsof mannen niet in staat zijn tot een échte vriendschap. Dikke onzin natuurlijk. Amerikaans onderzoek naar mannenvriendschappen heeft uitgewezen dat er een ware shift heeft plaatsgevonden in mannenvriendschappen.
Vriendschappen tussen mannen zijn oprechter geworden
Oppervlakkige relaties
In het boek ‘Men & Friendship’ door Stuart Miller in 1983 beschreef hij een vriendschap tussen mannen met thermen als ’thinnes, insincirity, chronic wariness’. Niet erg positief dus. Uit verschillende onderzoeken bleek tevens dat mannen zelden een hechte vriendschap ervoeren met een andere man of vrouw.
Als we terugdenken aan tientallen jaren geleden, waren mannenvriendschappen vaak behoorlijk gecompliceerd. Het was een ware uitdaging om te manoeuvreren tussen mijnenveld van het tonen van emoties en de uitdaging om niet ‘vrouwelijk’ over te komen. Uit onderzoeken is gebleken dat mannen in hun vriendschappelijke relatie met andere mannen vaak de angst hadden om gay te lijken.
[powerkit_alert type=white]Eerlijk is eerlijk: als je met één vriend naar de bios gaat, dan heb je vast wel eens drie stoelen gepakt i.p.v. twee. Daar kan je mooi je popcorn neerzetten en je hoeft niet in elkaars comfort zone te zitten. Of twee mannen die uit eten gaan. Voor de meesten geen probleem, maar er blijven mensen die zich er niet comfortabel bij voelen. Onzin zeggen wij! En velen zijn het met ons eens, want het wordt steeds gangbaarder.[/powerkit_alert]In de eerste helft van de 19e eeuw ontstonden vriendschappen tussen mannen vooral in de oorlog. Warbrothers bleken echter maar tijdelijke broers te zijn. Oorlogen eindigden en zo ook deze vriendschappen. De meesten gingen na de oorlog namelijk netjes hun eigen weg. Relaties op de werkvloer waren ook zeldzaam: competitiviteit stond hier enorm in de weg. Wilde je hogerop komen, moest je elkaar nou eenmaal wel eens naaien. En dit wisten we van elkaar. Met als resultaat dat mannen enorm veel vriendschappen verloren en hun relaties met andere mannen vaak oppervlakkig werden.
Voor vrouwen is dit altijd anders geweest: zij hebben er totaal geen moeite mee om ‘closer’ met elkaar te zijn. Ze hebben geen angst voor hoe dit overkomt. Dat had toentertijd als resultaat dat vriendschappen een vrouwending werden. Mannen konden wel met elkaar om gaan, op een platonische en oppervlakkige manier. Echte vriendschappen waren hier behoorlijk zeldzaam.
Tot nu…
Een shift in de 2oe eeuw
Met een geschiedenis als deze, is het niet heel gek dat vriendschappen tussen mannen hun stoffige imago een beetje hebben behouden. Maar niks is minder waar. Mannenvriendschappen zijn inmiddels namelijk uitgegroeid tot veel meer dan awkward, oppervlakkige relaties. In meerdere onderzoeken komt naar voren dat mannen vriendschappen met andere mannen tegenwoordig zien als een centraal onderdeel van hun leven. Duizend Amerikaanse mannen in de leeftijd van 25 tot 54 jaar werden ondervraagd over hun relaties met andere mannen. Negen van de tien gaf aan dat vriendschap voor hen belangrijk was. 94% zei daarnaast positieve gevolgen in hun welzijn te te ervaren van hun vrienden. Ook bleek dat de overgrote meerderheid (80%) hun vrienden als betrouwbaar zag, en 84% zou alles laten vallen voor een vriend.
Uit een ander onderzoek naar vriendschappen tussen mannen is gebleken dat mannen al lang niet meer bang zijn om ‘homo’ te lijken met hun vrienden. Grenzen zijn hierin vervaagd. De meerderheid gaf aan geen probleem te hebben met het uiten van liefde tegenover hun bromance, samen op guydates gaan en zelfs samen in een bed te slapen wanneer dit nodig is. Daarnaast geven mannen aan hun ‘zorgen’ liever te bespreken met hun vrienden dan met hun vriendin. Ze zeggen dan ook dat ze bij hun vrienden met alles terechtkunnen, van een overleden familielid tot gezondheidsproblemen en stress.
Doordat er ook een verandering plaats heeft gevonden op de werkvloer, is aangetoond dat vriendschappen tussen collega’s erg gebruikelijk zijn geworden. Waar mannen vroeger 15 jaar voor hetzelfde bedrijf werkten is dit nu anders geworden. De kans is klein dat je over vijf jaar dezelfde collega’s hebt. Dit verkleint de competitiviteit, we hoeven niet meer over elkaars lijken te gaan voor een hogere positie. Met als resultaat: veel meer vriendschappen op de werkvloer. En dit is behoorlijk chill: aangetoond is dat vriendschappen met collega’s zorgen voor een positievere werksfeer en dit heeft tot resultaat dat we ook beter werken met zijn alle.
Wat betreft de voorsprong die vrouwen hadden met hun vriendschappen: mannen hebben deze behoorlijk ingehaald. Mannenvriendschappen staan erom bekend dat ze minder gecompliceerd zijn, minder gelul achter elkaars rug en conflicten worden eerder uitgesproken en opgelost. Niet meer nodig om mannen als emotioneel ongemakkelijke wezens af te schetsen dus. Vriendschappen zijn al lang geen vrouwending meer.