In de Nederlandse cultuur is het heel normaal om elkaar na het begroeten te vragen ‘hoe het gaat’. Niet dat er ook maar iemand luistert naar het antwoord, maar de intentie is er in ieder geval. Deze situaties zijn natuurlijk bij uitstek hét moment om de creatieveling uit te gaan hangen. Even kijken of de vraagsteller wel oplet.
Speciaal voor de gelegenheid hebben we een brainstormsessie georganiseerd met het voltallige Mellowship en dit is waar we op gekomen zijn:
10 gevatte reacties op de vraag: ‘Alles goed?’
1. “Goeeeeeeiemoggel iedereen, alles goed?”, vraagt Danilo, terwijl hij maandagochtend zijn broodtrommeltje in de koelkast zet.
Een gevat antwoord hierop zou kunnen zijn: “Hey Danilo! Hard voor weinig, nooit chagrijnig,” gevolgd door een schaterende lach en ietwat onzekere blik rond de kantine.
Het is stil, gelukkig doorbreekt Chantal dit: “Nou, bijna weekend heren.”
2. “Hoi piepeloi, hoest?”
Anita is een echt mensenmens, dus kan deze wel waarderen: “Rond en gezond, Anita, haha!”
3. Grote Peter komt de sportschool binnen en vraagt of alles goed is.
Een kleine scan door je gevatte antwoorden database en je keuze is snel gemaakt: “Twee fout, Peter.”
Maar Peter laat zich niet kennen en antwoord zeer sterk met “Onkruid vergaat niet, hè?”
Ja, en nu?
4. Justin komt in de loods onder een auto vandaan gerold en kijkt wat verschrikt. Je vraagt hoe het met hem is.
Maar Justin laat zich niet vangen: “Hard werken, weinig verdienen. Je kent het hè?”
5. Rico geeft je een boks op straat: “Fawaka?”
Jij: “Rustig. Rustig. Jij?”
Rico: “Je weet toch, je weet toch”
Jij weet toch.
6. Je komt gestresste Angeliqueje tegen op de gang, ze komt net van het toilet, maar heeft geen tijd om te praten. Tóch vraagt ze hoe het gaat!
Reageer jij gevat: “Met slechte mensen gaat het altijd goed!”
Had je die maar als return gebruikt tegen Peter.
7. Je maatje Jorg zit op de bank bij je en heeft dorst. Je vraagt of hij een glas bij z’n bier wilt, waarop hij antwoord: “Het zit toch al in een glas?”
Scherp, denk je. Maar je bent bezorgd: “Hoe is het nou eigenlijk écht met je, Jorg?”
“Z’n gangetje.”
Jij blij dat dat uit de lucht is…
8. Oma is jarig. 82, een hele leeftijd. Je vraagt: “Hoe gaat het met u?”
“We zijn er nog,” antwoord ze. Jij bent uitgeluld.
9. Voor je bij de kassa staat een man zijn munten te tellen. “Dag meneer, hoe maakt u het?”, vraagt het kassamejuffrouw.
“Goed goed, zullen we maar zeggen hè?” Gevolgd door een moeilijke stilte.
Ineke (van de AH): “Had u er nog een bonnetje bij gewild, meneer?”
Meneer is blij dat Ineke in de voltooid verleden tijd praat en zegt: “Nee bedankt, ik kan het toch niet declareren!”
Meneer loopt lachend weg.
10. Ook Jeff is met z’n been uit het verkeerde bed gestapt (ha!).
Jij: “Jeff, jonge. Alles lekker?”
“Als ik er niet aan denk wel.”
Arme Jeff.
